terug naar overzicht

Kleuters, ontwerpen en ruimtelijke vaardigheden

12 juni 2024

In het vorige blog over haar afstudeerproject vertelde Leonie over speelvoorkeuren van kleuters en hoe die invloed hebben op een ontwerpopdracht. In dit blog vertelt ze hoe ruimtelijke vaardigheden en ontwerpen met elkaar samenhangen.

Geschreven door Leonie Sonneveld

Ruimtelijk denken

Als we ruimtelijk denken, proberen we te begrijpen hoe dingen en mensen zich ten opzichte van elkaar en hun omgeving verhouden. We gebruiken dit in school en dagelijks leven om beelden te begrijpen, dingen voor te stellen en mentaal te veranderen. Dit helpt ons om problemen te voorspellen en op te lossen.

Concreet betekent dit dat je bijvoorbeeld kunt inschatten hoeveel inpakpapier je nodig hebt om een cadeau in te pakken, of dat je de weg kunt vinden met behulp van een plattegrond. Ruimtelijke vaardigheden kun je aanleren, maar niet alle kinderen krijgen dezelfde kansen om deze te ontwikkelen. Dit leidt later tot grote verschillen. Kinderen met goede ruimtelijke vaardigheden kiezen vaak beroepen in wetenschap, technologie, medicijnen, kunst, en wiskunde. Ook voor praktische beroepen is ruimtelijk inzicht belangrijk. Eigenlijk is het voor iedereen nuttig om ruimtelijke vaardigheden te trainen en te ontwikkelen, want je gebruikt ze vaak in het dagelijks leven.

Ruimtelijke vaardigheden en ontwerpen

We hadden een sterk vermoeden dat kinderen hun ruimtelijke vaardigheden trainen tijdens ontwerpopdrachten. Dit was alleen nog niet expliciet onderzocht. Dus dat is één van de uitkomsten van mijn afstudeerproject: kleuters zijn bezig met hun ruimtelijke vaardigheden tijdens ontwerpen, omdat ze een 3D structuur moeten maken met de beschikbare materialen die een bepaalde functie vervult. Er zijn drie ontwerpvaardigheden die in het bijzonder leiden tot ruimtelijk denken, die licht ik hier een voor een toe aan de hand van twee ontwerpactiviteiten (zie vorige blog):

Eisen en wensen begrijpen

Kinderen moeten de eisen en wensen begrijpen van de doelgroep waarvoor ze ontwerpen. Ik vroeg de kinderen een woonplek te bouwen voor Boris de hond (klik hier voor het lesmateriaal). Hierbij moesten ze nadenken over de structuur rondom Boris, bijvoorbeeld muren, een dak, een deur enzovoort. Voor het bouwen van deze omheining hadden de kleuters hun ruimtelijke vaardigheden nodig. Daarnaast signaleerden de meeste kinderen met een voorkeur voor rollenspel ook andere functies. Bijvoorbeeld slapen, spelen, eten enzovoort. Hierdoor trainen ze mogelijk ook hun ruimtelijke vaardigheden, omdat ze het perspectief van Boris innemen.

Eisen en wensen vervullen met de beschikbare materialen

Leerlingen moeten voldoen aan de behoeften van de doelgroep met de beschikbare materialen. Kleuters doen dit meestal door te proberen, waardoor ruimtelijk denken en doen nauw met elkaar verbonden zijn. Bij de opdracht ‘Een woonplek bouwen voor Boris’ moesten ze bijvoorbeeld nadenken over: Hoe groot moet het huis zijn? Hoe maak ik een deur? Hoe houd ik de structuur stabiel? Bij de ‘omvallende beker’-opdracht (zie vorige blog 1 en het lesmateriaal) waren kinderen aan het nadenken hoe ze een deksel konden maken die net zo groot was als de beker. Dit zijn allemaal ruimtelijk uitdagende vragen.

Tijdens ontwerpactiviteiten hebben kleuters een specifiek doel tijdens het spelen, in tegenstelling tot vrij spel waar het spelen zelf het doel is. Bij vrij spel kunnen kinderen wel hun eigen doelen stellen, zoals het bouwen van een garage voor hun auto’s. Hierbij ontwerpen ze voor hun eigen speelplezier. Bij ontwerpend spel moeten ze echter aan bepaalde eisen en wensen voldoen. Als een gebouwde huis bijvoorbeeld te klein is, kan een kind tijdens vrij spel besluiten een kleiner knuffeldier erin te zetten. Maar bij een ontwerpactiviteit, zoals het maken van een huis voor Boris, moeten ze doorgaan tot Boris erin past.

Concept testen in relatie tot eisen en wensen

Zodra de kleuters een concept hebben gemaakt, moeten ze hun ontwerpt testen om te zien of het aan de opgestelde eisen en wensen voldoet. Ze komen dan vaak dingen tegen die niet werken en het vinden van oplossingen voor deze problemen is vaak een ruimtelijk uitdagend proces. Toen kinderen bijvoorbeeld klaar waren met het bouwen van het huis voor Boris, realiseerden ze zich dat ze Boris hadden ingesloten of dat hij niet naar binnen kon. Tijdens het testen van hun ontwerpen voor de ‘omvallende beker’ kwamen ze erachter dat een muur kan voorkomen dat de beker valt, maar geen van de kinderen besefte dat een beker alle kanten op kan vallen en een muur niet altijd voldoende is.

Dus terwijl ze hun concepten testen, komen kleuters allerlei ruimtelijk uitdagende problemen tegen die hun ruimtelijke vaardigheden vereisen om ze op te lossen.

Kortom:

  • Ontwerpopdrachten dagen de ruimtelijke vaardigheden van kinderen uit.
  • Kleuters hebben verschillende speelvoorkeuren en die beïnvloeden de interactie met een ontwerpopdracht, zie vorig blog.
  • We moeten dus verschillende opdrachten aanbieden, gebaseerd op hetzelfde ruimtelijke leerdoel, zodat kinderen kunnen kiezen wat het beste bij hun speelvoorkeuren past. Dit verhoogt hun motivatie en betrokkenheid tijdens ontwerpactiviteiten, wat hen helpt hun ruimtelijke vaardigheden te ontwikkelen. Meer hierover vertel ik in een volgend blog.

Er valt nog veel meer te schrijven, vertellen en delen over mijn project. Ik vertel je er graag meer over. Al het gratis lesmateriaal is hier te vinden en hier kun je mijn thesis downloaden en er alles over lezen.